bannernieuwsbrief

Wereld suicide preventiedag

Gisteren, 10-09-2019, is het Wereld Suïcide Preventie dag, een dag die in het teken staat van zelfdoding. Dagelijks sterven er in Nederland vijf mensen door zelfdoding, een cijfer om even bij stil te staan. Wereldwijd is het cijfer nog schokkender 800.000 mensen die er voor kiezen een einde aan het leven te maken, dit is bijna 2200 mensen per dag.

Wereld Suïcide Preventie dag, vreemd dat daar één dag voor is; eigenlijk moet toch elke dag in het teken staan van zelfdodingspreventie. Elke dag worstelen mensen met de vraag waarom zij nog leven, of het leven voor hen nog zin heeft en een aantal mensen neemt de beslissing dat de dood beter is. Vijf mensen sterven, een veelvoud overleeft een poging, en een nog groter aantal stelt het uit.

Preventie gaat niet alleen om de vijf mensen die dagelijks sterven, preventie raakt iedereen die op een gegeven moment met de vraag naar de betekenis van zijn bestaan in aanraking komt. Iedereen die zegt dat hij of zij nooit zichzelf heeft afgevraagd of het leven nog zin heeft is, op een uitzondering na, een leugenaar. Mede daarom is zelfdoding een taboe: omdat iedereen er wel eens aan denkt.

Juist dit maakt het zwart wit denken over zelfdoding zo vreemd. Er zijn twee kampen, de nultolerantie groep en de groep die staat voor absolute zelfbeschikking. Helaas ligt de preventie in het nultolerantiegebied daar waar preventie juist in de grijstonen moet liggen. Preventie is niet als de beslissing is genomen proberen te voorkomen dat iemand voor de dood kiest, preventie ligt in het weerbaarder maken opdat de gedachtes aan zelfdoding niet de overhand nemen. Voorkomen is beter dan genezen wordt zo vaak gezegd maar als het om zelfdoding is het voorkomen vaak een traject dat veel te laat wordt ingezet.

Zoals Dr. Ton Vink in een eerdere nieuwsbrief al schreef over nultolerantie “Vanwege de – ongetwijfelde onbedoelde – boodschap die hieruit klinkt. Iemand met een ernstige doods- of suïcidewens die is vaak die wens. Die is vaak de door hem of haar zo verlangde zelfdoding of suïcide. Zero-tolerance en de kreet ‘hoe krijgen we het aantal zelfdodingen naar nul’ betekent voor zo iemand: hier willen ze mij niet, ik ben hier niet welkom, ik word hier niet getolereerd.” Vanuit zijn praktijk als consulent voor levenseindevragen weet Ton heel goed hoe mensen denken die de beslissing al hebben genomen “Maar je hebt te maken met mensen die slecht te bereiken zijn, als het ware in een cocon leven, en daarbij ook nog eens heel gevoelig kunnen zijn voor gebaren die zij interpreteren als afwijzing.”

Vanuit zijn werk kwam Ton in aanraking met een bijzondere vorm van preventie, preventie door non-preventie, en het werkte: Je mag dood, maar dood gaan kan altijd nog, zullen we eerst eens kijken hoe je kan leven. Door de doodswens niet te veroordelen kan er een gesprek over leven gestart worden. Geen nultolerantie, geen absolute zelfbeschikking, maar een grijs middenveld waarin de twee opties open staan. Het werkte immers de grote meerderheid koos voor het leven.

Ook Professor René Diekstra schreef in zijn laatste column over het spanningsveld tussen nultolerantie en zelfbeschikking en de vraag of het over het één of het ander moet gaan. Ook schrijft René dat we moeten accepteren dat het aantal euthanatische zelfdodingen zal toenemen. Met het ouder worden van de bevolking zal ook de wens om te sterven na een voltooid leven toenemen, zelfeuthanasie zal steeds meer gaan gebeuren. Pia Dijkstra (D66) werkt aan een wetsvoorstel om dit in een wet te gieten zodat mensen, vanaf 75 jaar, de mogelijkheid hebben tot euthanasie, een zacht en waardig zelf gekozen overlijden. René stelt zich de vraag of hieraan zo een strakke leeftijdsgrens dient te worden gesteld.

Wat met een 74 jarige, moet deze een jaar wachten? Wat met een 65 jarige, moet die 10 jaar wachten? Soms is de doodswens zo sterk dat deze niet meer te keren is. Soms moeten we accepteren, hoe hard het ook is voor de omgeving, dat een leven niet te redden is; hier ligt het grijze gebied.

Als de doodswens zo sterk is zal je moeten begeleiden, de optie van sterven bespreekbaar houden, zoals Ton zegt, maar René ook in zijn column. Preventie door non-preventie toepassen. Kijken naar de voorwaarden die kunnen worden geschapen om te leven maar spreken over een euthanatische dood niet uit de weg gaan. In de tinten grijs kan de nadruk liggen op leven en ja dit brengt met zich mee dat de nadruk ook op euthanatisch sterven kan liggen.

Het spreekt voor zich dat in dit grijze gebied de preventie professioneel dient te gebeuren, als je sterven bespreekbaar maakt dien je de nadruk op het leven te leggen. Dus niet zoals de psycholoog van Ximena die op een mail met een planning feitelijk terug schrijft ga maar met de levenseindekliniek praten en vervolgens pas na drie weken Ximena weer ziet. Dan geef je natuurlijk de boodschap “0ok ik heb je opgegeven, je bent beter af als je dood bent”. Sterven bespreekbaar maken vraagt een professionele aanpak en voldoende tijd om dit door te spreken.

Preventie is ook geen één op één taak, de sociale omgeving dient te worden geïnformeerd en gemobiliseerd, preventie is een intensief traject wat je niet doet in een uurtje per week. Preventie is teamwerk, is topsport, veel overdragen en weten wie wanneer moet handelen. Maar niet via een mailtje met als afsluiting “prettige vakantie”, dan heb je niet begrepen hoe het werkt en ben je een gevaar binnen je professie.

Het spanningsveld binnen de preventie dient te worden opgeheven, sterven moet op een professionele manier bespreekbaar zijn, maar leven moet in de veruit meeste gevallen de prioriteit hebben. Het aantal geregistreerde zelfdodingen betreft nog altijd zelfdodingen welke voorkomen hadden kunnen worden. Voorkomen als de preventie meer naar het grijze gebied had gekeken, niet van “je mag niet dood” maar meer van “je kan misschien beter leven”. De optie van sterven kan het leven gemakkelijker maken, het veroordelen van sterven kan het leven zwaar maken.

Ik denk, en als stichting staan wij hier ook voor, dat preventie op het moment dat de doodswens ontstaat eigenlijk al te laat is. Op het moment dat de drang naar sterven zich heeft geworteld is het een hele taak om dit terug te buigen. Wij geloven in weerbaar maken, René heeft het project “levensvaardigheden” mee ontwikkeld, een training programma voor jongeren dat perfect werkt op middelbare scholen. Het gaat niet alleen over zelfdoding maar over alles wat er in een leven gebeurt. Levensvaardigheden maakt jongeren weerbaar, ze komen beter in hun vel te zitten, presteren beter op school en hebben veel minder last van neerslachtigheid. Levensvaardigheden is een rugzak waar je je hele leven profijt van hebt.

Helaas zien veel scholen allerlei beren op de weg, is het moeilijk om bij scholen voet aan de grond te krijgen. Zeker praten over zelfdoding veroorzaakt een kramp bij scholen. Helaas beseffen scholen niet dat met één sterfgeval per week in de leeftijdsgroep van 10 tot 20 jaar de vraag niet is “of het binnen hun school ook kan gebeuren” maar dat de vraag moet zijn “wanneer gebeurt het met één van onze leerlingen en is dit te voorkomen?”