Op leven en dood

Natasja van derKwartel; ervaringsdeskundige (lid van de adviesraad)

Wanneer suïcidaliteit wordt besproken, dan is dat vaak met behandelaren; hoogopgeleide psychologen en psychiaters. In de veilige beslotenheid van de spreekkamer.

De buitenwereld kan er niet zoveel mee; mensen die hun suïcidale gedachten uitspreken. Mensen kunnen niks met de boodschap dat iemand een doodswens heeft; we zijn immers volledig ingesteld op leven en overleven,een andere optie bestaat simpelweg niet. En als die optie wel besproken wordt,dan moet deze zo gauw mogelijk van tafel. Want het kan niet, het mag niet; schaamte en schuldgevoel komen hand in hand binnen zodra suïcidaliteit besproken wordt. 

Dit zorgt ervoor dat het onderwerp zo moeilijk te bespreken is. Zelfs met degene die dicht bij je staan of misschien wel juist daarom. Schaamte en schuldgevoel nemen aanzienlijk toe als je dit bespreekt met degene die je liefhebt. Want je wil niemand kwetsen, nergens een schuldvraag deponeren. Maar het gebeurt toch…. En dan schiet je partner, vriendin of zus direct in de stress en gaat dan vaak in reactie hierop, benoemen wat wèl allemaal de moeite waard is om voor te leven. Het is een logische schrikreactie, waarmee gezegd wordt; ik wil je niet kwijt. Maar degene die worstelt verdwijnt nog verder in schuldgevoel en isolement; vervolgens is het cirkeltje van onbegrip compleet. En dan maakt het niet uit of het om een partner, ouders, broers en zussen of vrienden gaat. Als iemand zich suïcidaal uit, schieten de meesten in een kramp. Begrijpelijk; je wil niet horen dat iemand zó lijdt en het machteloze gevoel wat dit bij jou teweeg brengt wil je niet voelen. Het maakt het onderwerp nòg complexer dan het al was. En dat zorgt ervoor dat veel onbesproken blijft. 

Degene die worstelt leidt vaak als het ware een dubbelleven. Probeert aan de ene kant alle ballen in de lucht te houden en te voldoen aan de verwachtingen van de buitenwereld, maar die vooral ook door zichzelf opgelegd worden. In de binnenwereld is het een heel ander verhaal. Hele interne discussies, afwegingen vinden plaats. Letterlijk dodelijk vermoeiend, vaak dag en nacht.

Waar eerst suïcide als optie direct van tafel werd geveegd,wordt het steeds vaker een aantrekkelijke keuze. Een uitweg. De gedachte is er eerst een enkele keer, vervolgens vaak, om uiteindelijk  alles overheersend  aanwezig te zijn. Continue worden afwegingen gemaakt; wikken en wegen. Een proces dat vaak gepaard gaat met enorme slapeloosheid.Piekeren, piekeren, piekeren.

Dan heb je een gesprek met een ervaringsdeskundige. En ineens tref je iemand die verder gaat dan behandelplannen en doelen. Iemand die geen blad voor de mond neemt. In begrijpelijke taal het gesprek met je aangaat.

Ik ben zo’n ervaringsdeskundige; het lange tijd worstelen met depressie en suïcidaliteit daar weet ik heel veel van. Met alles wat erbij komt kijken. Over hoe je geliefden reageren, je naaste omgeving, vrienden,collega’s, maar ook de hele hulpverlening eromheen. 

Als geen ander weet ik het reilen en zeilen binnen de hulpverlening. Van een opname (al dan niet gedwongen), tot thuis hulp, van crisis tot reguliere zorg. Hoe er met je omgegaan wordt na een suïcide poging; de reacties van de omgeving en bijvoorbeeld het ziekenhuis.

Op basis van gelijkwaardigheid ga ik het gesprek aan en alles mag besproken worden. Geen schaamte, geen taboe. 

Door mijn eigen ervaring ben ik in staat de onnavolgbare gedachtegang te volgen van iemand die suïcide als uitkomst ziet. Het is voor mij herkenbaar en ik kan dus ook herkenning en erkenning bieden voor het intense lijden waar iemand midden in zit.

Ik ga het gesprek met een open hart aan; er worden vragen gesteld; er vallen stiltes. Er wordt gehuild, maar ook gelachen; galgenhumor staat bij vele mensen die hiermee worstelen nog hoog in het vaandel. Zo gebruik ik als voorbeeld nog wel eens dat een verpleegkundige ooit tegen mij zei: “je hebt je hele leven nog voor je”, terwijl ik net een suïcide poging had gedaan. Ik vond het toen geen leuke opmerking, maar nu kan ik er hartelijk om lachen en het zorgt ervoor dat anderen ook aangeven welke “domme”opmerkingen ze te horen krijgen.

In gesprek geef ik ook altijd aan hoe dapper ik het vind dat iemand zich uit durft te spreken. Ik realiseer me namelijk maar al te goed dat diegene liever op bed met de dekens over zich heen had willen liggen bedenken hoe zijn of haar leven te beëindigen.

Vaak hoor ik; “ja ik heb een fijne behandelaar, maar het voelt toch een beetje als de beste stuurlui staan aan wal”. Het doet niets af aan de inzet van behandelaren, maar het geeft wel aan dat de aanvullende rol van de ervaringsdeskundige op prijs wordt gesteld.

Deze ervaringsdeskundige staat inmiddels stevig aan wal maar heeft zelf lange tijd in het koude diepe water gesparteld. Ik weet hoe het voelt om steeds maar bijna te verzuipen, en/of weer tot leven gewekt te worden. Dus naast het bieden van een luisterend oor, het geven van advies, er met veel compassie te zijn, bied ik ook hoop. Ik heb hier jaren mee geworsteld en ik ben eruit gekomen. Als ik het kan, kan jij het ook en ik ben zo blij dat je er bent!